|
donderdag, december 19, 2002
Müde Het is fijn om weer internet te hebben maar meer kan ik er nu niet over bedenken wat ik ben ZO MOE. Slaap slaap slaap nu nu nu. Ik vond nog ergens een gedichtje wat ik bijna twee jaar geleden heb gemaakt om iemand op te vrolijken. Er was eens een appeltaartje Dat wilde heel graag een paardestaartje. Dat had hij eens gezien in de bakkerij misschien, Een blonde, een hele mooie die je zo over je schouder kan gooien. Alleen hebben taartjes geen haar Dus riep het taartje een tovenaar. "Tovenaar, ik heb een grote wens, Ik wil een paardestaart net als een mens" sprak het appeltaartje keurig maar de tovenaar was wat humeurig. "Ja hoor, ik lach me dood Dat staat toch idioot? Nee hoor, in je dromen. Ben jij weleens een taart met haar tegengekomen?" Toen moest het taartje zó hard huilen Dat de tovenaar voor zijn tranen moest schuilen Hij kreeg toen medelijden en hij zei "Goed, je krijgt een paardestaart van mij" En toen was het appeltaartje blij! Hij sprong en danste op en neer en was in z'n geheel niet verdrietig meer De tovenaar pakte zijn toverstaf sprak de woorden pief poef paf en na één seconde, zoals beloofd had het taartje een staart op zijn hoofd een lange blonde, met een strik, hij was er geheel mee in zijn schik En zo leefde hij voor altijd blij en liep hij er prachtig bij. Trusten. 0 reacties |