|
vrijdag, juli 30, 2004
Zielig
Een tragedie heeft zich onlangs voltrokken! Ja, dat weet u natuurlijk ook nog niet na zo'n lange radiostilte, maar ik kan u vertellen dat het zeer onaangenaam was. Ik ben van mijn fiets gevallen. Enkele dagen daarvoor had ik nog zitten contempleren hoe vreselijk pijn en vallen toch zijn en pardoes lag ik kort daarna uitgestrekt op de trambaan. Het natte weer en mijn haast moeten er voor gezorgd hebben dat ik onoplettend de tramrails inreed en/of slipte op de natte rail. Daar lag ik dan, mijn enige draagbare spijkerbroek op beide knieën kapot, mijn handen geschaaft en nog niet zichtbare (want spijkerbroek aan) maar wel zeer voelbare wonden op mijn knieën. Meteen na een val denk ik altijd dat het wel meevalt dus toen twee mensen kwamen vragen of het ging zei ik "het valt wel mee". Natuurlijk had ik dit nog niet gezegd of al mijn kapotte vel begon acuut te branden en te prikken. Voordeel was in dit geval dat ik vlakbij mijn huis ten val kwam; ik stak de trambaan over om bij mijn voordeur te geraken (sindsdien ben ik zodanig getraumatiseerd dat ik bijna niet meer over durf te steken en dus maar afstap om loopmatig de overkant te bereiken). Een van de behulpzame mensen stelde voor me te escorteren naar huis en dat leek me niet onverstandig aangezien inmiddels al het bloed uit mijn hoofd weg was getrokken richting wonden die genezen dienden te worden. Kijk, wonden kan ik nog net aan, maar het moet niet te gek worden en op flauwvallen beginnen te lijken. Ik stond op en mijn hoofd begon te suizen en er verscheen een wit licht voor mijn ogen dat een aardige tijd aanhield. Ondertussen was ik langzaam naar huis aan het schuifelen, met de behulpzame vrouw aan mijn zijde. Het wordt nog leuker, want de reden dat ik haastig mijn huis wilde bereiken was dat mijn vriend binnen opgesloten zat, aangezien ik ook zijn huissleutels in mijn tas bleek te hebben, en onze deur niet zonder sleutel open valt te maken (breekijzers buiten beschouwing gelaten) terwijl hij al op zijn werk had moeten zijn. Ik kon hem dus niet bellen om te vragen naar beneden te komen om zijn zielige hoopje vriendin de drie trappen op te helpen. Tevens was ik in de veronderstelling dat ik mijn telefoon niet bij me had. Dat bleek later niet zo te zijn, maar licht dementerend als ik ben was ik hiervan overtuigd. Aangekomen in mijn portiek stortte ik enigszins pathetisch neer op de deurmat, me schamend dat ik een naar een gezellige afspraak op weg zijnde vrouw (ze had een grote bos bloemen bij zich) aan het ophouden was. Nog steeds ruisde mijn hoofd en verwachtte ik ieder moment buiten bewustzijn te raken. Ook was ik bezig met het herleven van een eerder fietsongeval waarbij mijn knie zich aan het grind in het Vondelpark had opengehaald. Die wond plakte erg aan de pleister en het verschonen ervan staat me nog levendig bij (de geur trouwens ook maar om u te plezieren zal ik daar niet over uitweiden). De vrouw informeerde of ze mee de trap op moest lopen of iets dergelijks maar ik wilde het liefst huilen op de brede schouder van mijn vriend Klaas, dus stelde ik voor dat zij hem boven ging bevrijden. Inmiddels stelde ik Klaas met haar mobiele telefoon op de hoogte dat ik half flauwvallend op de deurmat lag en dat een vreemde vrouw de deur kwam openmaken. Zo kwam alles goed, behalve dan dat de beide kniewonden nog ontsmet moesten worden met onvermijdelijk prikkende brandende steriele vloeistoffen en er later pleisters moesten worden verwisseld. Edoch: ik heb het overleefd! Ik loop niet meer mank, kan weer op mijn zij slapen en u zult verheugd zijn om te horen dat de korsten al los beginnen te raken! Hoera! De wijze les die ik hiervan heb opgestoken: ik vind vallen echt niet leuk, en ik moet mijn tas eerst controleren voordat ik vast kan stellen dat ik iets vergeten ben. 0 reacties |