|
donderdag, augustus 04, 2005
Amsterdam juli 2005. Terroristische dreiging. De politie verkeert in opperste staat van paraatheid. Maandagnacht (dinsdagochtend). Een groep jonge mensen fietst vrolijk en enigszins dronken richting een kroeg die nog open is. Het is verlaten op straat en het enige geluid komt van ons gelach. Wanneer we een kruispunt zijn overgestoken stopt er plots een politieauto voor ons. We zijn door rood gefietst. Een heel ernstige overtreding uiteraard: er reed ook zo veel verkeer wat we in gevaar hebben gebracht met onze roekeloze actie. Ik ben het er dus niet mee eens en protesteer. Nu blijkt dat we te maken hebben met twee gefrustreerde en daardoor machtswellustige coppers van de bovenste plank. Ze praten op minachtende toon, zonder ons werkelijk aan te kijken. Ik word daar altijd een beetje opstandig van; duidelijk dommere volwassenen die mij eens eventjes gaan vertellen hoe het zit. Nu moet ik me legitimeren. Het begint me wel te dagen dat deze losers het er niet bij gaan laten zitten, maar ik zit zo vol recalcitrantie dat ik blijmoedig uitroep dat ik principieel tegen de legitimatieplicht ben. Oh oh oh, dat is niet zo slim van mij hè. Dat gaat mij een boete kosten hè. Béétje dom om met mijn dronken kop door rood licht te rijden en dan ook nog geen legitimatie bij me te hebben. Goh, zeg ik, wat is er nou precies zo erg? Er reed geen énkele auto. Bovendien is dit Amsterdam, weet je wel, iedereen rijdt door rood, zeker als er er geen verkeer op straat is! Trouwens, ik heb het recht om jullie legitimatie te zien, ha! Nou? Als ik niet NU mijn legitimatie laat zien, moet ik mee naar het bureau zegt de vrouwelijke agent (een enorme butch, in mijn hoofd noem ik haar Greet). Die heb ik niet, dus of ik even mijn fietssleutels overhandig dan zet ze mijn fiets op slot en kan ik instappen. Ik word een beetje paniekerig. Ik ben door rood gefietst, wat ik al mijn hele leven doe, en ineens is dat iets waarvoor men mee moet naar het politiebureau. Ik slik opmerkingen in de trant van "ga boeven vangen" in omdat ik altijd zo'n hekel heb aan mensen die dat zeggen. Maar ik denk het godverdomme wel. Ik zeg dat ik ja dáág niet meega naar het bureau omdat ik het belachelijk vind. Ik heet nu mevrouwtje en als ik niet meewerk gaan ze vervelend worden. Ik houd voet bij stuk: ik ben het er niet mee eens, ik vind het stom en ik ga niet mee. Ik krijg handboeien om. Dames en heren, er kan eerdaags een bom ontploffen in de stad en ik krijg HANDBOEIEN om. Omdat ik door rood ben gefietst en me niet kan legitimeren. Twee weken geleden kreeg ik het proces verbaal van een telefonische aangifte thuisgestuurd en op het mapje staat: De politie. Tot uw dienst! Me reet, tot hun eigen dienst denk ik. Deze twee kneuzen worden vast gepest door hun partners en gaan 's nachts lekker jongeren pesten, want die zijn natuurlijk de bron van alle kwaad en hun eigen problemen en wat is het heerlijk om het plezier van een stel jonge mensen te vergallen en je frustraties op ze bot te vieren en zagen zij er verdomme nog maar zo fris en jong en vol belofte uit. In de auto met handboeien om ga ik nog in discussie met Jut en Jul maar al snel ben ik pathetisch aan het huilen (voor een deel geacteerd want sympathie en medelijden opwekken is misschien wel nuttig heb ik me bedacht). Op het bureau word ik in een verhoorhokje gestopt (fel verlicht en 4 vierkante meter groot, met een plexiglazen ruit met gaatjes erin waarachter een balie met computer en wéér een agent die zich helemaal het mannetje voelt) waar ik vrij snel mijn adres opgeef -na mijn bankpas als legitimatie te hebben overhandigd- al is het niet nadat de agent me agressief toesnauwt: "Je weet dat liegen over je adres strafbaar is hè!". De mascara loopt over mijn wangen, zou ik nu nog liegen over mijn adres? Het blijkt dan ook te kloppen. Ik krijg een boete voor door rood licht rijden en een voor het niet bij me hebben van legitimatie. "Waarom heb je net niet gewoon je gegevens gegeven? Dan had je hier niet gezeten." Hou je rotkop denk ik. Ik snik nog wat en dan mag ik weg. Mijn moeder is inmiddels op de hoogte en belt me terwijl ik nog in het hokje sta. Ze zegt dat ze wel even naar het bureau komt om die klootzakken precies te vertellen wat ze er van vindt, want dit kán toch niet. Nee blijf maar lekker slapen, zeg ik. Ik mag al weg. De hoeriesloerie van een agente die me in de boeien sloeg zie ik toevallig een paar dagen later 's nachts bij de bushalte van het Centraal Station patrouilleren. Ik was bijna naar haar toegelopen om rustig uit te leggen wat een stom wijf ze is, want ze had mijn fiets verre van zorgvuldig vastgezet: mijn slot is een beetje stuk en moet krachtig worden gesloten. Bij mijn terugkomst hing het open om het frame van mijn fiets. Boeven zijn het, bij de politie. 0 reacties |