|
woensdag, oktober 05, 2005
Voor Kiki. Ik zag laatst een appeltje met een gezichtje. Ja, denk je nu misschien, maar ik zie dus heel vaak appels met gezichtjes. Nou IK NIET. Voor mij was dat toevallig heel erg bijzonder en speciaal. Het viel wel tegen dat het appeltje een naar en onaardig gezichtje had. Hij keek me uiterst gemeen en vals aan, dat stomme rotappeltje. Ik kon me maar moeilijk beheersen om het appeltje niet op te pakken en met vernietigende kracht tegen een bakstenen muur aan te werpen. Het leek me een mooi gezicht om het appeltje in talloze sappige splinters uiteen te zien spatten. Toen kwam ik bij zinnen en zei ik tegen mezelf 'kom op joh, dat appeltje is het niet waard' en daar had ik natuurlijk gelijk in. Op dat moment zag ik pas dat er een heleboel áárdig fruit om het appeltje heen lag. Een paar bananen lachten me heel uitnodigend toe. 'Sorry bananen,' zei ik, 'vandaag heb ik geen trek in jullie.' En in plaats van zure blikken haalden ze slechts hun schouders op. 'Geeft niks!' riepen ze zelfs. De peren waren ietwat verlegen; ik heb weleens gehoord dat peren erg onzeker worden van het vergeleken worden met appels, de toch wat populairdere vrucht van de twee. Ze bloosden een beetje en durfden me niet recht aan te kijken. Mijn hart smolt voor deze bescheiden lieve peertjes, en met een gloeiend vuur van blijdschap in mijn buik kocht ik er een heleboel. Nu lachten ze breeduit en ik meen te hebben gezien dat ze hun tong uitstaken naar het onaardige appeltje, dat, vernam ik later, heel snel oud en bruin werd. 0 reacties |