Kees-jan en de ontplofte varkens.

Kees-Jan woonde na de moord op zijn ouders (zie Kees-Jan en de driedubbele oudermoord) in een klein blokhutje op een Brabants heideveld. Zijn vriendjes Teunjaap en PietStijn hadden hun eigen hutje in de buurt. Zij brachten hun tijd door met het vlechten van mandjes en doosjes van stro, het gruwelijk verminken van op de hei groeiende flora, en het maken van wandelingen in de omgeving, waar ook enkele boerderijen stonden.
Op een dag trokken Kees-Jan, Teunjaap en PietStijn weer eens de heide op om naar een deel te lopen dat zij nog nooit eerder hadden bezocht. Ze kwamen over wegen en paadjes die hen onbekend waren, ze zagen vogels en kevertjes die zelfs niet in hun Dieren Op De Hei Handboek voorkwamen.
Toen de avond reeds begin in te vallen zagen de drie makkers in de verte een boerderij. Er brandden echter geen lichtjes achter de ramen, hetgeen meestal betekende dat de boerderij verlaten was.
Ze gingen eropaf; in een boerderij waar niemand was viel vaak wel wat te halen. Er was inderdaad niemand thuis zagen ze door de ramen, er stonden wel borden op tafel en bestek, en er stond een pan soep op het fornuis waarvan het vuur uit was, alsof de bewoners halsoverkop waren vertrokken.
Ze gingen gewoontegetrouw niet gelijk naar binnen: de achterzijde moest ook worden geïnspecteerd. Terwijl ze om de boerderij liepen, roken ze een rottende geur.
Achter de boerderij waren ze verbaasd over wat ze zagen. Er lagen ontplofte varkens.
"Hela hola," merkte Teunjaap op, "beïnvloed de duisternis mijn zicht of ligt daar werkelijk een stel ontplofte varkens?"
"Nee Teunjaap," zei PietStijn, "ik zie ze ook. Al hun ingewanden liggen om hen heen, en bij de derde van links komen zijn hersens uit zijn oren."
"Zullen we erin gaan roeren met een stokje?" stelde Teunjaap voor.
"Jaaa laten we dat doen!" juichte PietStijn.
"Kameraden," zei Kees-Jan, die zich altijd opwierp als de leider van het drietal, "voordat we in de lichaamsdelen van de varkens gaan prikken..... Zijn jullie niet benieuwd naar de reden dat die varkens zijn ontploft?"
"Waarachtig Kees-Jan, daar heb je helemaal gelijk in! Ik ben enorm nieuwsgierig naar de reden waarom die varkens zijn ontploft!" riep Teunjaap. Ook PietStijn knikte instemmend.
"Laten wij dat dan gaan uitzoeken." zei Kees-Jan, en onmiddellijk begonnen ze met het vinden van de oorzaak van de ontploffing. Ze verzamelden onderzoeksmateriaal en namen monsters. Ze voerden een autopsie uit op een van de varkens. Ze liepen om de boerderij heen en zochten naar vingerafdrukken. Ze ontdekten een aantal belangrijke aanknopingspunten. Vingerafdrukken en kledingsvezels werden gevonden op en om de trog met daarin resten voedsel voor de varkens. De kledingsvezels kwamen overeen met die van het uniform van de boer, dat ze in de slaapkamerkast vonden. In de trog vonden ze resten zich-zelf-aanstekend lont en dynamiet.
"Teunjaap en PietStijn," sprak Kees-Jan plechtig, "mijn theorie luidt als volgt." Teunjaap en PietStijn luisterden aandachtig.
"Deze varkens zijn ontploft op initiatief van de boer die van ze afwilde omdat zij besmet waren met de varkenspest, die zoals jullie weten begonnen is in het nabijgelegen dorp Son. Op de zwarte markt kocht de boer dynamiet afkomstig uit Amerika, met een lont dat zichzelf kan ontsteken door middel van een ingenieuze scheikundige samenstelling van chemicaliën die reageert op maagzuursappen. De dynamietstaven stopte de boer in het voedsel van de varkens die dit met smaak verorberden. Zodra het verteringsproces aanving traden de chemicaliën in de lonten in werking, werden de dynamietstaven geactiveerd en ontploften de varkens binnen seconden. De reden dat de boer zo omslachtig van de varkens afkwam was simpelweg voor zijn eigen sadistische bevrediging: de handafdrukken op het raam aan de achterzijde van de boerderij tonen aan dat de boer stond te kijken hoe de varkens ontploften." "Waarachtig Kees-Jan," zei PietStijn, "daar zou je wel eens gelijk in kunnen hebben. Toch rest mij nog één vraag: waarom zijn de boer en zijn gezin zo abrupt vertrokken?"
"Aha," zei Kees-Jan, "ik dacht al dat je dat zou vragen. En ook dat heb ik uitgevogeld. Bij de ontploffing van de varkens kwamen giftige gassen vrij, daarbij bestond de kans besmet te worden met de varkenspest door de varkenspestvirussen die in grote getale door de lucht vlogen. De boer realiseerde zich dit, sleurde zijn vrouw weg achter het fornuis, zijn kinderen achter de tafel, en sloeg op de vlucht." "Kees-Jan, je bent werkelijk een razend slim ventje," zei Teunjaap in diepe bewondering.
"En ik," zei Kees-Jan, "ben blij dat ik weer iets goeds heb gedaan voor de mensheid."

Einde.